Onder zijn aanvoering is Maatvast onmisbaar geworden, zegt hij. “Ik heb nooit de gemeente maar de samenleving als mijn opdrachtgever beschouwd”, zegt hij ook. “Ik zie het zo: wij van Maatvast hebben de vierkante meters, in alle uithoeken van de gemeente. De inhoud oftewel de activiteiten en de doelen moeten uit de samenleving komen.”
Ikeakastjes
Hij herinnert ze zich nog goed, ruim elf jaar geleden, “in den beginne”, die twee Ikeakistjes. In de een zat het ‘verbouwingsdossier’ en in de ander het personeelsdossier. Dat laatste was volledig geschoond. Namen, geboortedata en BSN-nummers (burgerservicenummers). Dat was waar de kwartiermakers van Maatvast het mee moesten doen.
Vóór Maatvast met het maatschappelijk vastgoed in Haarlemmermeer aan de slag ging, was de situatie helemaal anders. Een deel ervan werd bestierd door Meerwaarde en een aantal dorps- en wijkcentra was zelfstandig. “Er zijn er nog steeds een paar die hun eigen boontjes doppen en dat doen ze goed”, zegt Maarten Askamp.
Wc-rollen
Inmiddels is zijn organisatie flink gegroeid. Deze cijfers geven dat goed aan: 26 gebouwen, ruim 400 vrijwilligers en 77 betaalde krachten, voor een groot deel parttimers en 11.000 bezoekers per maand.
De gemeente mag dan niet zonder Maatvast kunnen, Maatvast kan niet zonder zijn vrijwilligers, stelt Maarten Askamp. Vervuld van trots vertelt hij over wijkcentrum ’t Rietland in Badhoevedorp. “Daar zit maar 20 uur per week aan betaalde krachten op en het is 70 uur per week open! Dankzij de vrijwilligers.”
Datzelfde Rietland keert terug in zijn anekdote over het ontstaan van de maaltijdvoorzieningen op tal van locaties. Eigenlijk heeft hij daar zelf de hand in gehad. Eten verbindt, weet hij en dus zei hij op een goede dag: ik ga koken. Je bent gek, kreeg hij terug van enkele Rietlanders. Maar hij zette door en op een gegeven moment klonk de lokroep ‘Kipkluiven in ’t Rietland, op Eerste Paasdag’.
“Het was een eenvoudige maaltijd. Wat aardappels erbij en sla. Na een week kwam de vraag van de beheerder hoe ver ze moest gaan. Ik zei: volgens mij passen er 25 halve kippetjes in de oven. Waarop ze antwoordde: dat is precies het punt want ik sta nu al op 50.”
Frans voor beginners
Het probeersel van ‘kok’ Maarten Askamp werd vervolgens uitgerold over tal van locaties en is nu een niet meer weg te denken (“Zeg maar fundamenteel”, aldus de directeur) onderdeel van de openstelling van Maatvast.
Een andere anekdote bewijst dat het beoogde maatschappelijke doel ook écht is gediend met de Maatvast-menu’s: eenzaamheid tegengaan. De stamppotschotel die in wijkcentrum De Boerderij in Hoofddorp werd geserveerd, zorgde voor een ontmoeting van enkele alleenstaande vrouwen die nu niet alleen een gezamenlijk Netflix-abonnement hebben maar die ook veelvuldig samen films bekijken.”
En het wemelt van dit soort hartverwarmende verhalen. Over enkele deelnemers aan de cursus Frans voor beginners bijvoorbeeld, die dat al járenlang doen en alsmaar niet doorstromen omdat het zo gezellig is.
Michelinsterren
Een hoofdkantoor heeft Maatvast niet eens meer. Dat kostte veel geld, 30.000 euro, terwijl we heel goed terecht kunnen in elk van die 26 gebouwen. Ik leid als een directeur een zwervend bestaan. Dat verklaart dat ik op de foto sta bij wijkcentrum De Veste in Hoofddorp. Het voordeel van dat gereis langs onze locaties zijn de persoonlijke ontmoetingen. Daar geniet ik van. Dat is soms heel hilarisch. Zoals die keer dat ik een gesprek aanknoopte met een bezoeker die een maaltijd gebruikte. Ik vroeg kennelijk nogal door want hij zag me aan voor een soort Michelinsterren-inspecteur. Soms zeggen mensen dingen die me goed doen. Zoals: voor een echt goede maaltijd van kwaliteit kan ik bij AH terecht maar gezellig eten doe ik bij Maatvast.”
Kakkerlak
“Ik kan ook genieten van ons jongere publiek, zoals die gasten in Zwanenburg die me begroeten met “Hé, daar heb je de kakkerlak.”. Nee, ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik Feyenoord-supporter ben. En kennelijk hebben ze daar in Zwanenburg geen verstand van voetbal.”
Corona was de afgelopen elf jaar absoluut een dieptepunt, zowel persoonlijk als voor zijn Maatvast in het algemeen. “Ons DNA bestaat uit ‘open’ en ‘toegankelijk’. En we moesten potdicht. Ik heb mensen huilend aan de telefoon gehad. Slapeloze nachten, echt. Ook financieel was het rampzalig. Maar net als in tal van andere gevallen zijn we daar met de gemeente goed uitgekomen.”
Financieel gezien draait Maatvast grotendeels op de miljoenensubsidie van de de gemeente Haarlemmermeer. De directeur maakt duidelijk dat deze geldstroom vooral neerkomt op vestzak-broekzak. “We geven veel van dit geld terug aan de gemeente want we moeten huur betalen.”
Derde geldstroom
Voor de vele activiteiten in de dorpshuizen en wijk- en jongerencentra krijgt Maatvast precies nul euro. De organisatie financiert deze via “de derde geldstroom”, in de woorden van Maarten Askamp. Die is maar liefst een miljoen euro groot. “Onze mensen zijn bekwaam in het aanboren van fondsen en werven van sponsors en zijn ook goed op de hoogte van bepaalde rijksregelingen.”
Maarten Askamp laat een in alle opzichten gezond Maatvast achter, vindt hij en voorspelt een mooie toekomst. Dat de organisatie er zo goed voor staat, is niet in de laatste plaats de verdienste van zijn mensen die hem kennen als “een man van de hoofdlijnen maar met een scherp oog voor het detail”.
Om bij Maatvast te kunnen werken, zegt hij moet je liefde voor mensen, jong en oud, hebben. Tegelijk moet je beseffen dat mensen niet allemaal leuk zijn en je moet daarom ook tegen een stootje kunnen. “Als er een stel tegen je aan blijf zeuren omdat de bierprijs met een stuiver is verhoogd bijvoorbeeld.”
Een tweede voorwaarde is gezond verstand, zegt hij. Want ook de beheerkant van ons werk is belangrijk. Het moet schoon, heel en veilig zijn dus geen bierkratten voor de nooduitgang stapelen.”
Auschwitz
Over de toekomst: “Maatvast wordt nog onmisbaarder. De zorg wordt onbetaalbaar en het accent komt steeds meer op preventie te liggen. Daar ligt onze kracht. Denk aan valpreventie. Daar kunnen we samen met Sportservice Haarlemmermeer heel veel bij betekenen. Haarlemmermeer wordt ook steeds meer een grote stad met steekincidenten, straatroof en jongerenproblematiek. Laatst die hakenkruizen op het regenboogvlak in Nieuw-Vennep. Ik moest direct denken aan onze reizen met jongeren naar Auschwitz.”