Koopstromenonderzoek
Het koopstromenonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Doel ervan is om in beeld te brengen waar inwoners winkelen en hun dagelijkse boodschappen of doelgerichte aankopen doen. Ook gaven consumenten aan hoe tevreden ze zijn over de verschillende locaties. Al deze informatie brengt het functioneren en de aantrekkelijkheid van centra in beeld. Naast detailhandel wordt dit jaar ook horeca en ontspanning onderzocht. Ook de impact van de coronacrisis komt in beeld. Gemeente Haarlemmermeer neemt deel aan dit onderzoek, omdat koopstroomgegevens de verschuivingen van het winkelgedrag en bestedingen in de horeca objectief in kaart brengen. Dit levert informatie voor marktpartijen en overheden voor centrumontwikkelingen en investeringen.
Resultaten
In Haarlemmermeer verschilt de binding met een winkelgebied per kern en wijk. 90 procent van de dagelijkse boodschappen wordt in de eigen gemeente gekocht. En 53 procent van de omzet van recreatieve artikelen zoals kleding, schoenen en omzet warenhuizen en 51 procent voor doelgericht winkelen zoals woninginrichting en doe het zelf wordt door onze inwoners in Haarlemmermeer gekocht. Deze percentages liggen respectievelijk 6 procent en 4 procent onder het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. Daartegenover staat dat in onze centra relatief meer wordt gekocht door inwoners uit andere gemeenten ten opzichte van de benchmark. In onze winkels in de recreatieve sector is dit 43 procent, in soortgelijke gemeenten 38 procent. Bij doelgerichte artikelen is dat 48 procent ten opzichte van 44 procent in vergelijkbare gemeenten. Dit onderstreept de regionale functie van met name het Stadscentrum Hoofddorp, Boulevard Cruquius en Amsterdam The Styles Outlets, SugarCity.
Stadscentrum Hoofddorp wordt gewaardeerd
Volgens Johan Rip, wethouder Ondernemerschap en projectwethouder voor Stadscentrum Hoofddorp, zien we de landelijke trends ook in Haarlemmermeer terug. “Ondanks de oplevende economie na een lastige coronaperiode, staat de leefbaarheid van diverse middelgrote winkelcentra onder druk door online winkelen en veranderend consumentengedrag. Een positief signaal is dat we zien dat de bezoekers in Stadscentrum Hoofddorp daar gemiddeld langer blijven dan in soortgelijke centra. Met ontwikkelingen zoals rondom het Raadhuisplein, Dik Tromplein en Vier Meren in Stadscentrum Hoofddorp bouwen we samen met marktpartijen en ondernemers aan een nog aantrekkelijker stadscentrum. Het Raadhuisplein wordt bijvoorbeeld een gezellig horecaplein. Waar ik erg blij mee ben is dat consumenten Stadscentrum Hoofddorp een 7,7 geven. Dit staat bijna gelijk aan het gemiddelde van de benchmark (7,8), maar is lager dan in 2018 (8,1). Ons streven is om bij het volgende onderzoek opnieuw hoger te scoren.”
Horeca
Het deel van de horecabestedingen van onze inwoners in de lokale horeca is met 68 procent lager dan gemiddeld bij soortgelijke gemeenten (73 procent). Van alle bestedingen in de horeca wordt 61 procent ter plaatse gedaan, 19 procent via afhaal en 19 procent via bezorging.
Dagelijkse boodschappen belangrijk voor dorpscentra en wijkcentra
Het overgrote deel van de bestedingen in dorps- en wijkcentra betreft de dagelijkse boodschappen. In de meeste dorps- en wijkcentra zijn de bestedingen aan boodschappen gestegen sinds 2016. In Zwanenburg en Badhoevedorp zijn de dagelijkse bestedingen de afgelopen jaren juist gedaald. Johan Rip, wethouder Economie & Ondernemerschap, geeft aan dat de gemeente samen met marktpartijen de komende jaren het dorpscentrum van Badhoevedorp wil herontwikkelen tot een gezellig, functioneel en levendig centrum. Volgens hem zijn dorps- en wijkcentra enorm belangrijk voor de leefbaarheid in de kernen. “Dit onderzoek laat zien waar de centra in Haarlemmermeer goed en minder goed op scoren volgens de bezoekers. We moeten alert blijven en sturen op het behoud van toekomstbestendige winkelgebieden in de gemeente. Vitale centra moeten eventueel versterkt worden.”
Boulevard Cruquius blijft een regionale trekker
Boulevard Cruquius blijft een regionale trekker, 62 procent van alle consumenten komt uit een andere gemeente. De bestedingen zijn de afgelopen twee jaar gestegen, vooral in de branche in-en-om-huis. In de 4 onderzochte provincies – en ook in Haarlemmermeer – zien we de bestedingen in deze branche toenemen, zowel fysiek als online.
Corona
“Wat we willen zien is hoe het koopgedrag door de coronacrisis veranderd is om de impact op onze centra te kunnen zien” zegt Marja Ruigrok wethouder Economische zaken en Innovatie. “Het onderzoek geeft ook hier informatie over.Daarnaast hebben we extra vragen opgenomen over de impact van corona zodat we dit specifiek voor onze inwoners en centra in beeld krijgen. Die resultaten maken we later bekend.”
Online groeit door
“In 2021 hebben mensen opnieuw meer online gekocht. Het aandeel van boodschappen doen online is sinds 2018 gestegen van 3 procent naar 7 procent. Ook in de recreatieve sector werd meer online gekocht zegt wethouder Ruigrok. “Hier steeg het percentage van 30 procent in 2018 naar 35 procent. Voor doelgerichte aankopen is dit gestegen van 16 procent naar 24 procent."
Meer informatie
Aan het onderzoek deden ruim 186 duizend inwoners mee uit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant. Meer informatie over het onderzoek is te vinden op: www.kso2021.nl.