HAARLEMMERMEER - De ophef, de laatste tijd, over enkele handhavingszaken in de gemeente heeft wethouder Charlotte van der Meij (Juridische Zaken, Vergunningen en Handhaving) ertoe gebracht een brief naar de gemeenteraad te sturen. Met tekst en uitleg, met context ook.
“Als je individuele gevallen eruit licht en het bredere perspectief weglaat, komt de gemeente er niet best af. In de media niet, op social media niet en ook in de raadzaal valt er kritiek te beluisteren. Ik zal zeker niet ontkennen dat handhaving enorme gevolgen voor betrokkenen met zich kan meebrengen. En ja, dat kan zeer verdrietig, pijnlijk en emotioneel zijn. Maar dat is maar één kant van het verhaal”, zegt ze over het waarom van haar brief.
Ongelijkheid
Emoties en grote financiële gevolgen komen in de eerste plaats voort uit de overtreding zelf, stelt de wethouder. “Zouden we ons hierdoor laten leiden en niet handhaven dan creëren we ongelijkheid tussen inwoners die zich wel netjes aan de regels houden en zij die dat niet doen. Dat is willekeur en dat is het laatste wat je moet willen."
Algemeen belang
Het vertrekpunt van iedere bestuurder die verantwoordelijk is voor handhaving is de wettelijke beginselplicht om te handhaven. Wethouder Charlotte van der Meij: “Of ze nu Charlotte van de Meij heten of niet. Handhaven doe je in het algemeen belang, niet om inwoners tegen te werken en ze te dwingen een kas af te breken, een tuinhek te verplaatsen of een uitbouw weer af te breken. Dus ook al zouden we niet willen handhaven, dan fluit de rechter ons terug. Ik ben wethouder en houd me dus aan de wet.”
Het algemeen belang waarop de wethouder doelt, is de ruimtelijke kwaliteit en de fysieke leefomgeving. Die moeten worden beschermd. “Wij willen zorgen voor een aanvaardbaar woon- en leefmilieu”, staat in de brief aan de raad te lezen.
Verdichting
“Ruimtelijke kwaliteit is een veel minder abstract begrip dan je misschien wel denkt”, zegt wethouder Charlotte van der Meij. Zou je de regels verruimen dan hoeven we weliswaar misschien minder te handhaven maar worden inwoners geconfronteerd met relatief grote bouwwerken van hun buren. Het gevolg is dus meer blijvende verdichting van de bebouwing en dat is gelet op alle beeldkwaliteitsplannen die de gemeenteraad heeft vastgesteld juist niet de bedoeling.”
Alleen als er bijzondere omstandigheden zijn, kunnen er redenen zijn om handhaven te weigeren. Bijvoorbeeld als er mogelijkheden zijn om te legaliseren of als handhaving in de praktijk een erger middel is dan de kwaal. Een kleine overtreding bijvoorbeeld waarvan derde belanghebbenden geen hinder ondervinden, zet de wethouder uiteen.
Bijzondere omstandigheid
Ze benadrukt dat de hoge kosten die soms moeten worden gemaakt om een overtreding te beëindigen niet als zo’n bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. “Ook tijdsverloop niet. Een illegaal bouwwerk dat er al dertig jaar staat is volgens de rechtspraak geen reden om niet te handhaven.”
Eén van de lastigste aspecten, vindt ook wethouder Charlotte van der Meij zelf, van handhaven is dat het vrijwel uitsluitend gebeurt op grond van meldingen of verzoeken om handhaving. Het kan daardoor lijken dat de gemeentelijke handhaving neerkomt op het beslechten van burenruzies. “Het eerlijke verhaal is dat we zelf niet de capaciteit hebben om actief te handhaven. En ook niet om alle meldingen op te pakken.”
Vanwege die geringe capaciteit zijn handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu geprioriteerd op basis van risicoanalyses. Kortom, hoe meer risico, hoe meer voorrang een melding krijgt. “Gelet op de beperkte capaciteit kunnen meldingen in lage prioriteitscategorieën helaas meestal niet worden opgepakt”, is in de brief aan de raad te lezen.
Feitelijke situatie
Een melding is meestal een kort berichtje en kan anoniem zijn. Een verzoek om handhaving komt neer op een aanvraag van een besluit. “Wij zijn verplicht om te handhaven na een verzoek mits er inderdaad sprake is van een overtreding. Tenzij er bijzondere omstandigheden aan de orde zijn, zoals ik net zei. Bij een verzoek om handhaving moeten we de belangen van de verzoeker meewegen.”
Het kan dus inderdaad gebeuren dat de gemeente in het ene geval niet tegen een overtreding optreedt en in een ander vergelijkbaar geval wel. Het verschil is dan dat in het ene geval niet en in het andere geval wel een verzoek om handhaving is gedaan. Charlotte van der Meij: “Dat is soms moeilijk te verkroppen, niet in de laatste plaats voor mij. Maar het is de feitelijke situatie. Wil je deze veranderen, dan hebben we simpelweg meer handhavers nodig.”
Menselijke maat
Een verwijt dat de gemeente nogal eens wordt gemaakt in handhavingszaken, is dat de menselijke maat uit het oog wordt verloren en verzoeken om gesprekken over mogelijke oplossingen worden genegeerd. Wethouder Charlotte van der Meij: “De menselijke maat toepassen, doen we wel degelijk maar dat moet geen alternatief worden voor het hanteren van een duidelijke lijn die voor alle inwoners en bedrijven geldt. Gelijke behandeling is een groot goed. De menselijke maat mag niet ontaarden in willekeur.”
Dubbel werk
“En dat we niet ingaan op verzoeken om gesprekken, ligt genuanceerder. Toezichthouders komen ter plekke en maken uitgebreide rapportages met foto’s, verslagen van gesprekken etc. Als ook de juristen nog ter plekke moeten gaan, dan is dat dubbel werk dat niets toevoegt. Vaak is het doel van de overtreder om de overtreding voort te laten bestaan en handhaving te voorkomen maar aan die wens kunnen we niet tegemoet komen. Zo’n gesprek heeft dus weinig zin.”
De wethouder sluit af met een oproep: “Houd je aan we wet en aan de regels, bouw niet te hoog en pik geen grond van de gemeente in. Dan hoeft de gemeente ook niet te handhaven.”