SCHIPHOL - Het Openbaar Ministerie stelt vervolging in tegen twee Pakistaanse mannen, een religieus leider en een politiek leider, die hun volgelingen hebben opgeroepen een Nederlands Tweede Kamerlid te vermoorden. Zij deden hun oproepen zowel mondeling tijdens bijeenkomsten, als ook op social media in video- en tekstberichten.

Het gaat om een 55-jarige man en een 29-jarige man, beiden uit Pakistan. De 55-jarige man wordt verdacht van poging tot uitlokking van moord op een Nederlandse politicus, door hiertoe meermaals op te roepen en te stellen dat deze daad zal worden beloond in het hiernamaals. De 29-jarige man wordt verdacht van opruiing tot moord op een Nederlandse politicus, door na de veroordeling van een Pakistaanse cricketspeler voor uitlokking tot moord, op te roepen dat hijzelf en zijn publiek deze taak nu op zich moesten nemen.

Het Openbaar Ministerie heeft op woensdag 28 februari een rechtshulpverzoek gedaan waarin het de Pakistaanse autoriteiten vraagt om de dagvaarding voor de zitting aan de verdachten uit te reiken. Daarnaast is een rechtshulpverzoek gedaan om de verdachten over de beschuldigingen te horen.

Nederland heeft geen rechtshulpverdrag met Pakistan. Rechtshulpverdragen sluiten landen meestal met elkaar af op basis van wederkerigheid. Of Pakistan zal meewerken, is dan ook niet zeker. In de zaak van de cricketspeler is op rechtshulpverzoeken, ook na herhaalde herinneringen, nooit gereageerd.

Zittingsdatum

De inhoudelijke zittingen zijn gepland op 2 september 2024 in het Justitieel Complex Schiphol, om 10.00 uur voor de 55-jarige verdachte en om 13.30 uur voor de 29-jarige verdachte. Verdachten hebben het recht om bij hun strafzaak aanwezig te zijn. Met de rechtshulpverzoeken voldoet het Openbaar Ministerie aan de wettelijke inspanningsverplichting om verdachten van hun strafzaak op de hoogte te brengen.