NIEUW VENNEP - De rechtbank Noord-Holland veroordeelt vijf jongeren die een 56-jarige man in Nieuw-Vennep zwaar mishandelden voor het medeplegen van een poging tot doodslag. Omdat ze al vijf maanden gevangen hebben gezeten, hoeven ze niet terug naar de jeugdgevangenis. Er hangt hen wel een straf boven hun hoofd als ze weer de fout in gaan.
Geslagen en geschopt
In de nacht van 16 op 17 juli 2024 hebben de vijf jongeren (die toen 15 en 16 jaar oud waren) een man mishandeld die lag te slapen in een verlaten pand in het centrum van Nieuw-Vennep. Hij is meermalen tegen zijn hoofd en lichaam geslagen, onder andere met een ijzeren staaf en een stok. Ook hebben ze hem geschopt en zware spullen naar hem gegooid, waaronder een accu. Nadat een van hen zei dat ze te ver gingen, zijn ze toch doorgegaan en riep een ander dat ze de man dood gingen maken. Ze zijn pas gestopt toen een getuige hen aansprak ermee te stoppen. Op dat moment was het slachtoffer al naar buiten gevlucht, waar de mishandeling nog doorging. De man was bont en blauw, had gebroken ribben, een klaplong, verwondingen in zijn gezicht en op zijn been en een gebroken oogkas en schouderblad. De jongeren zeiden bij de politie dat ze zich vrijwel niets herinnerden van het gebeurde, omdat ze onder invloed waren van de verdovende middelen cannabis en lean. Ze hebben wel alles gefilmd met twee telefoons.
Het openbaar ministerie heeft rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachten en gevraagd een straf op te leggen waardoor ze niet meer terug hoeven naar de jeugdgevangenis, aangevuld met een taakstraf.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank vindt dat een poging tot doodslag bewezen is, omdat de verdachten de kans voor lief hebben genomen dat de man zou overlijden door de mishandeling. Dat ze onder invloed waren van verdovende middelen, leidt niet tot ontoerekeningsvatbaarheid.
De verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan buitensporig geweld tegen een weerloos slachtoffer. Zij zijn uiteindelijk gevlucht en hebben het slachtoffer zwaar toegetakeld achter gelaten op straat. Van het meeste letsel is het slachtoffer goed hersteld, maar nog niet volledig. Het geweld heeft op hemzelf en zijn gezin een grote impact. Het slachtoffer is nog steeds onder behandeling en ook zijn gezinsleden volgen therapie. De rechtbank heeft bewondering voor de manier waarop het slachtoffer en zijn echtgenote zich hebben opgesteld richting de verdachten. Zij hebben met hun houding een opening geboden aan de verdachten. De verdachten hebben die kans gegrepen. Zij hebben alle vijf ter zitting en daarbuiten hun oprechte excuses aangeboden en direct ook de gevorderde schadevergoeding betaald. De rechtbank heeft oog voor de verantwoordelijkheid die de verdachten hiermee hebben genomen voor hun daden.
De verdachten hoeven na de vijf maanden die ze al gevangen hebben gezeten, niet terug naar de gevangenis. Ze krijgen jeugddetentie, variërend van 300 dagen tot een jaar, waarvan een deel voorwaardelijk. Als ze mee blijven werken met de reclassering en zich houden aan de voorwaarden, waaronder coaching, naar school gaan en een avondklok en als ze de komende twee jaar niet weer een strafbaar feit plegen, hoeven ze niet terug naar de jeugdgevangenis.
De rechtbank legt geen aanvullende taakstraffen op, omdat dit geen pedagogische meerwaarde heeft. Het is van belang dat de verdachten zich volledig kunnen richten op school, werk en de begeleiding door de coach en de jeugdreclassering.