Steekincident
De ochtend van 31 oktober stond de 17-jarige verdachte bij de school te wachten op het slachtoffer en vroeg hem mee te lopen. Het slachtoffer deed dit. Vervolgens pakte de verdachte een mes uit een schuurtje, waarmee hij het slachtoffer in beide bovenbenen heeft gestoken.
Oordeel rechtbank
De rechtbank spreekt van een ernstig feit, waardoor het slachtoffer letsel heeft opgelopen, pijn heeft gehad en heel bang is geweest. Er mag van geluk worden gesproken dat het slachtoffer niet ernstiger gewond is geraakt. Door van dichtbij stekende bewegingen te maken met een mes, had de verdachte gemakkelijk vitale lichaamsdelen kunnen raken, met alle gevolgen van dien.
Ook wordt het gevoel van veiligheid in de samenleving aangetast doordat mensen messen bij zich dragen. De verdachte heeft zelf verklaard dat hij zich heeft bewapend omdat hij dacht dat het slachtoffer een mes bij zich droeg. Dat steeds meer jongeren vanuit die angst messen bij zich hebben, vergroot alleen maar de kans dat zij die bij ruzies ook gebruiken, met het risico dat mensen gewond raken of zelfs komen te overlijden.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf verder rekening gehouden met de adviezen die zijn gegeven door een psycholoog, de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering. De rechtbank heeft aan de verdachte een jeugddetentie van 180 dagen opgelegd, waarvan 94 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tijdens de proeftijd mag de verdachte geen contact opnemen met het slachtoffer en moet hij meewerken aan hulpverlening en zich houden aan een avondklok. Ook moet hij drie maanden een enkelband dragen of zoveel korter als de Jeugdreclassering nodig vindt. Daarnaast moet hij een leerstraf van 40 uur doen en een schadevergoeding van 780 euro aan het slachtoffer van het steekincident betalen.